donderdag 26 maart 2015

Het vijfde seizoen: de lentewinter

Naast de vier officiële seizoenen hebben ze er in Medelpad nog een vijfde extra: de vårvinter. Letterlijk vertaald: de lentewinter. Die situeert zich ergens tussen eind februari en half april. 's Nachts kan het nog de stenen uit de grond vriezen, maar de dagen lengen al serieus en de zon heeft voldoende kracht om het kwik overdag tot ver boven het vriespunt uit te tillen, zonder dat dit al te veel schade aanricht aan de sneeuw en het ijs. Dat maakt de vårvinter uitermate geschikt om te skiën, langlaufen, ijsvissen en soms zelfs nog te schaatsen, als de ijskwaliteit het toelaat. In de zon en uit de wind kan je zelfs al heerlijk buiten eten.

Half april vorig jaar: onder de avondzon vissen in de ene kant van het meer waar het ijs al weggedooid was.


Deze tijd van het jaar lengen de dagen in Medelpad veel sneller dan bij ons in Vlaanderen. In de kerstperiode is het er donker van pakweg half vier in de namiddag tot half negen 's ochtends. Maar vanaf half januari gaat het snel. De zon komt dan elke dag zowat 4 minuten vroeger op en gaat 4 minuten later onder. Zo winnen ze in het voorjaar in Medelpad 8 minuten daglicht per etmaal. In Vlaanderen is dat 4 minuten. Op dit ogenblik zijn de dagen er zelfs al langer dan in België.

Mijn buurman had mij tijdens mijn korte Zweedse verblijf in februari al grijnzend gewaarschuwd toen ik zei dat we begin april terug zouden komen naar ons huis: "Denk maar niet dat de winter hier dan al voorbij is!" Dat blijkt ook wel. De voorbije twee nachten daalde het kwik in Torpshammar tot dicht tegen de -10°C en voor vanavond wordt er verse sneeuw verwacht. Het ijs op het meer ligt op veel plaatsen nog altijd een halve meter dik.

Laat het nog maar een tijdje zo blijven. Hopelijk kunnen wij dan binnenkort ook nog eventjes genieten van de vårvinter. De schaatsen gaan alvast mee.

Het temperatuursverloop van de voorbije dagen: koude nachten, maar overdag (soms ruim) boven het vriespunt.

zaterdag 14 maart 2015

Da's weer een mysterie minder

Tijdens mijn korte verblijf in Medelpad enkele weken geleden, heb ik in de sneeuw rond ons huis verschillende sporen gezien. Een paar kon ik vrij snel thuisbrengen. De hoefafdrukken van reebokjes bijvoorbeeld. Die dartelen vaak rond in onze omgeving. Niet alleen in de bossen, maar ook in de tuintjes van de huizen, op zoek naar wat extra voedsel.
Ook de vos is een vaak geziene gast en laat geregeld zijn sporen na in de sneeuw. Niet alleen pootafdrukken trouwens, als u begrijpt wat ik bedoel.
En tussen de bomen waren her en der de pootafdrukjes te zien van eekhoorns, die geregeld hun slaapplaats verlaten om hun wintervoorraad te gaan aanspreken.


Vlak bij ons huis vond ik ook sporen die ik niet meteen kon thuisbrengen. De pootafdrukken waren vrij groot en duidelijk voorzien van scherpe nagels.

De sporen in de sneeuw rond ons huis, met een balpen erbij om een idee te krijgen van de grootte.


Na determinatie door kenners, dankzij Hendrik, was het mysterie snel opgelost. Het waren volgens hen overduidelijk de sporen van een das. Er moet dus een dassenburcht in de buurt zijn, maar die heb ik nog niet ontdekt.

Een ander niet meteen te herkennen sneeuwspoor liep vanuit het bos door onze tuin tot aan de voordeur. De sporen waren al gedeeltelijk weggesmolten, maar aan de grootte te zien vermoed ik dat het een spoor van een eland was. Die had blijkbaar de adventskrans zien hangen aan de deur en had er eens aan gesnuffeld. Gelukkig niet van gegeten, want de mooie groene krans was helaas voor hem/haar niet vegetarisch, maar syntetisch. Voortaan zullen we de krans wat vroeger opnieuw binnenhalen, om ongelukken te vermijden. Of een échte, natuurlijke krans buiten hangen. Dat is misschien een nog beter idee.

De vermoedelijke elandsporen, die vanuit het bos tot aan de voordeur liepen.

woensdag 4 maart 2015

De lente is al in Sundsvall

Bij ons begint de meteorologische lente altijd op dezelfde datum, namelijk op 1 maart. In Zweden hanteren ze een andere definitie van "meteorologische lente". Die begint voor een bepaalde plaats van zodra de gemiddelde etmaaltemperatuur er zeven dagen op rij boven het vriespunt blijft. In zowat het hele zuiden van Zweden is de meteorologische lente al enkele dagen aangebroken. Aan de hele noordelijke Oostzee-kust, en dus ook in de stad Sundsvall in Medelpad, bleef de gemiddelde etmaaltemperatuur gisteren voor de zevende dag op rij boven het vriespunt. Ook daar is de lente aangebroken.

Voor heel wat Zweedse plaatsen is dat voor het tweede jaar op rij recordvroeg. Het SMHI, het Zweedse KMI, neemt als voorbeeld het plaatsje Haparanda. Dat ligt aan het noordelijkste uiteinde van de Oostzee (Botnische Golf), vlak op de grens met Finland. Tot vorig jaar was de meteorologische lente er nooit vroeger aangebroken dan op 15 maart (1923). Vorig jaar begon de lente er al op 5 maart; een verpulvering van het vorige record. Dit jaar brak de meteorologische lente er al aan op... 24 februari.

Als oorzaak verwijst het SMHI naar de uitzonderlijke ijsbedekking van de Botnische Golf. Nog nooit sinds het begin van waarnemingen lag er zo weinig ijs in het noordelijkste deel van de Oostzee als dit jaar. Het open water zorgde ervoor dat de temperatuur langs de hele kust veel gemakkelijker kon oplopen.

In Holm, waar ons huis staat, is het trouwens nog altijd meteorologisch gezien winter.

(Bron: blog SMHI)

In de donkergroene gebieden is de meteorologische lente definitief begonnen, in de blauwe gebieden is het nog winter. In de lichtegroene gebieden ligt de etmaaltemperatuur al minstens 1 dag boven het vriespunt. (Bron: SMHI)

zondag 1 maart 2015

Het is lastig bergop glijden

Gelukkig was er geen kat in de buurt. Niemand heeft dus gezien hoe ik weinig elegant op handen en knieën over het ijs van Holmsjön kroop. De Zweden zouden zich ongetwijfeld een breuk gelachen hebben met die rare Belg die daar zo onbeholpen over hun meer voortbewoog. Maar ik kon gewoon niet anders. Ik troost mij met de gedachte dat niemand het ooit te weten komt.

Wat was er nu gebeurd? Het Holmmeer (Holmsjön in het Zweeds) is eigenlijk een immense, 37 kilometer lange verbreding van het kleine riviertje Gimån, dat gevoed wordt met water uit de heuvels van Jämtland en Härjedalen. Omdat in de winter vrijwel alle neerslag er valt als sneeuw en alle water bevriest, stopt de toevoer van nieuw water en daalt het peil van het meer enkele meters. Op het ogenblik dat het waterpeil begint te dalen, is het meer al volledig dichtgevroren. De ijsvloer zakt uiteraard mee, waardoor het ijs aan de oevers na verloop van tijd, meestal vanaf januari, begint af te lopen. Dat zorgt voor spectaculaire beelden, als de rotsen vlakbij de oever door het ijs breken.

Als het waterpeil van het meer daalt, breken de rotsen aan de oever door het ijs.


Vorige week donderdag was ik het meer opgegaan om enkele foto's te nemen. Geen enkel probleem en helemaal niet gevaarlijk, want de ijsvloer is nu minstens een halve meter dik. Omdat het de afgelopen weken een paar keer flink had gedooid en geregend, was de sneeuw op het meer gesmolten en lag er weer een mooie, harde en vrijwel effen ijsvloer. Nadat ik een half uurtje over het ijs had gewandeld en foto's had genomen, besloot ik terug te keren naar ons huis. Ik kwam aan de ijshelling aan de oever waar ik daarnet nog heerlijk naar beneden was gegleden. Ik zette een stap naar boven en... roetsjte prompt weer naar beneden. Grappig. Ik zette voorzichtig twee stappen, en gleed meteen dezelfde afstand weer achteruit. De zolen van mijn lekker warm geïsoleerde laarzen ("bestand tot temperaturen van -40°C") zijn ideaal om in de verse sneeuw te stappen, maar bleken geen enkele grip te hebben op het ijs, dat door de lichte dooi op dat ogenblik helemààl spekglad was geworden. De vorige dag was ik er bij -5°C nog probleemloos naar boven gestapt.

De ijsvloer van Holmsjön op donderdag 26 februari 2015.


Ik bleef nog enkele minuten proberen, raakte soms een meter of twee ver op de ijshelling,  maar van zodra ik begon te glijden was er geen houden meer aan. Ik kwam steevast weer bij mijn beginpositie terecht. Ik besefte dat er maar één ding opzat. En dus kroop er een rare Belg op handen en knieën onbeholpen de ijshelling aan het Zweedse meer op. Weer een wijze les geleerd. Het is lastig bergop glijden.

De te steile ijshelling aan de rand van het meer.