woensdag 2 maart 2016

Scheuren met de schaats over het Grote Meer

Zijn wij, Belgen en Nederlanders, salonschaatsers geworden? Dat is misschien net iets te sterk uitgedrukt, maar toch valt het meteen op als je de Zweden ziet voorbijschaatsen op hun natuurijs: niet één rijdt er rond op de klapschaatsen die wij zo goed kennen van de kunstijsbanen. En dat is een heel overwogen en praktische keuze van de noorderlingen. Hun kloeke "kluunschaatsen" zijn gewoon veel praktischer op het maandenoude natuurijs vol scheuren.


Vinterparken in Östersund, waar het schaatstraject op Störsjön begint.


Van 23 tot 28 februari was ik op schaatsvakantie in Zweden. Dankzij de sociale media was ik immers te weten gekomen dat er op Storsjön (het Grote Meer) in Östersund op 25 februari een schaatstoertocht werd georganiseerd. Dat is op amper 2 uur rijden van ons huis, naar Zweedse normen dus vlak in de buurt. Een uitstekende gelegenheid om eindelijk eens op het Zweedse natuurijs te kunnen schaatsen.

De wekker liep donderdag af om 03.45 uur. Na een stevig ontbijt ging het vervolgens met de auto over donkere en besneeuwde wegen richting Östersund, waar we om 06.30 uur aan het Vinterparken afspraak hadden met een dozijn leden van de Haarlemse IJsvreters, de informele schaatsclub die de tocht samen met de gemeente Östersund organiseerde. Een vlekkeloze organisatie trouwens, want de hele tocht konden we om de 20 kilometer genieten van de bevoorrading met rozijnenbrood met kaas, kanelbullar (kaneelbollen) en heerlijke warme thee. En uiteraard van het aangename gezelschap van de Haarlemse schaatsers.


Westenwind met sneeuw

Om 07.00 uur klonk het startschot en reden we voor de eerste keer richting Kungsgårdsviken. Daar lag na precies 10 kilometer het keerpunt op de mooi geveegde baan. Een stevige westenwind bij -6°C maakte er telkens pittige heenrit van, terwijl het er bij de terugtocht naar Östersund met de wind in de rug soms net iets te snel aan toe ging om de scheuren in het ijs tijdig op te merken.
De eerste ronde verliep droog en het was genieten toen de zon boven de heuvel tevoorschijn kwam. Maar al snel nam de bewolking toe en nog in de tweede ronde dwarrelden de sneeuwvlokken door de lucht. De rest van de dag zou het soms flink doorsneeuwen en moesten de veegmachines alle zeilen bijzetten om het traject beschaatsbaar te houden.

Op voorhand had ik besloten om voor een tocht van 100 kilometer te gaan. Door een gebrek aan basisconditie zou meer niet verstandig geweest zijn en er wachtte mij ook nog een lange en door de verse sneeuw moeilijke terugtocht met de auto. Ik reed gelukkig tijdens die eerste vijf ronden probleemloos mee met de Haarlemse IJsvreters, echte bikkels die daarna allemaal nog doorgingen tot ze de voor schaatsers magische grens van de 200 kilometer (die Elfstedentocht, weet u wel) hadden bereikt.
Ook Wouter, mijn Belgische schaatskompaan tijdens deze reis, rondde de kaap van de 100 kilometer, zodat we in de namiddag met een goed gevoel, niet te vermoeid en zonder fysieke averij terug richting Sundsvall konden bollen met de auto.


De geveegde baan op Storsjön.


Onzichtbare scheuren

Dankzij de veegmachines die de hele tijd over en weer reden op het traject, was het die donderdag goed doenbaar om met onze langebaan-klapschaatsen te rijden op het Zweedse natuurijs. Maar dat was een uitzonderlijke situatie, speciaal voor de tocht van de Haarlemse IJsvreters. Op zaterdag was ik terug op het Storsjön, om ook eens wat meer van de omgeving te genieten tijdens het schaatsen. Tijdens een prestatietocht ben je immers vooral toch gefocust op het ijs en de rijders voor je. Maar dat was op schaatsgebied een ontnuchtering. Hoewel er de hele dag een stralende zon stond, lag er een laagje sneeuw van een centimeter op het traject en daardoor waren de (soms brede) scheuren vrijwel onzichtbaar. Weinig of geen probleem voor de Zweedse kluunschaatsen, die zo zijn gevormd dat ze over en door deze scheuren glijden, maar levensgevaarlijk met mijn veel smallere langebaan-klapschaatsen, waarvan de messen soms volledig in de onzichtbare scheuren verdwenen. Na twee valpartijen besloot ik dan maar wijselijk om de rest van de dag op wandeltempo over het ijs te glijden.

Conclusie: als het natuurijs niet perfect geschaafd, geborsteld en geveegd wordt, kan je met langebaanschaatsen weinig aanvangen op het Zweedse natuurijs. Een beetje alsof je met een ranke racefiets een steil en modderig bospad zou proberen af te fietsen. Dan ben je echt veel beter af met een stevige mountainbike. Een paar Zweedse kluunschaatsen staat nu bijgevolg hoog op mijn verlanglijstje.

Sundsvall Speedskaters

Mijn "gewone" klapschaatsen gooi ik daarom zeker nog niet weg. Op zondagochtend was ik te gast op de sfeervolle vierhonderdmeterbaan van de Sundsvall Speedskaters. Drie keer per week, van oktober tot april, kunnen hun leden daar schaatsen tijdens de cluburen, waarbij de toegang tot de ijsbaan gratis is. Op de prachtige ijsvloer van Gärdebanan doen mijn "Hollandse" klapschaatsen uitstekend hun werk.

Nee, mijn besluit staat vast: ik ga klapschaaten op het kunstijs, kluunschaatsen op het natuurijs en tussendoor langlaufen op de sneeuw. Haast jammer dat er af en toe in België ook nog gewerkt moet worden!


Gärdebanan is de sfeervolle vierhonderdmeterbaan in openlucht in Sundsvall.